De afgelopen decennia is het gebruik van complementaire en alternatieve geneeskunde (CAM) gestegen in de algemene bevolking . In 1999 geven meer dan 50 % van de ondervraagde artsen in de Verenigde Staten, Canada, Israël en Engeland aan dat zij CAM aan hun patiënten aanbevelen. Onder pediatrische populaties worden CAM interventies, waaronder acupunctuur, chiropraxie, mineralen- en kruidensupplementen naar verluidt gebruikt door 2 % tot 20 à 30 % van de patiënten. Hogere percentages worden gerapporteerd bij kinderen met bepaalde medische aandoeningen zoals kanker, reumatoïde artritis en mucovisidose, waarbij 30 à 70 % van de patiënten gebruik maakt van CAM therapieën.

Uit onderzoek in 43 pijnklinieken in Noord-Amerikaanse kinderziekenhuizen bleek dat ongeveer een derde hiervan acupunctuur in de behandeling aanbieden. Het meeste onderzoek, dat veelal gericht is op de prevalentie en aanvaardbaarheid van acupunctuur bij kinderen, suggereert dat een groot aantal van de kinderen worden doorverwezen voor acupunctuur, dat ouders het over het algemeen aanvaardbaar vinden dat hun kind dergelijke vorm van alternatieve behandeling ontvangt en dat ze zijn blij met de ervaring in het algemeen. Dit lijkt de vaak gehoorde beweringen te ontkrachten dat kinderen bang zijn voor naalden en dat de ouders deze therapie zouden weigeren om hen niet aan extra stress en pijn te onderwerpen.

Ondanks de hoge prevalentie van CAM gebruik bij kinderen hebben maar weinig empirisch gebaseerde studies de werkzaamheid van de meeste CAM therapieën bij een pediatrische populatie onderzocht. Dit artikel geeft een overzicht van relevante literatuur dienaangaande. Alle beschikbare studies betreffende toepassing van pediatrische acupunctuur werden meegenomen in het overzicht met uitzondering van studies met een slechte methodologische kwaliteit (bv slecht gedefinieerde resultaten, populatiegrootte 10 enz.).

Chronische pijn

Kemper en medewerkers voerden een retrospectief kwalitatief onderzoek uit bij 47 kinderen en adolescenten van 5 tot 20 jaar, verwezen voor acupunctuur voor diverse chronische aandoeningen. Behandelingsstrategieën bestonden uit naalden (98% van de kinderen), moxibutie of warmte (85%), cupping (26%) en magneten (26%). 67% van de patiënten en 60% van de ouders beschreven de ervaringen met acupunctuur als positief of aangenaam. 70% van de patiënten en 59% van de ouders meldden dat de behandeling hielp bij het verlichten van pijn. Ondanks methodologische beperkingen wijst deze studie op een hoge mate van acceptatie onder patiënten en hun ouders alsook op pijnstillende effecten van acupunctuur.

Een recente studie van Zeltzer en collega’s onderzocht de aanvaardbaarheid en haalbaarheid van een CAM interventie bij een pediatrische populatie met chronische pijn. 33 kinderen tussen 6 en 18 jaar werden verwezen voor een gecombineerde behandeling met acupunctuur en hypnose. Het acupunctuurdeel van de behandeling omvatte zes wekelijkse sessies waarbij 6 à 15 naalden geplaatst werden op individueel bepaalde acupunctuurpunten. Deelnemers ondergingen ook progressieve ontspanning van de spieren dmv geleide beeldvormende oefeningen gedurende 20 min. Uit metingen van pijn en anticiperende angst genomen tijdens elke sessie bleek dat beide variabelen aanzienlijk daalden naarmate de behandelingen vorderden. Bijna de helft van de deelnemers ervoeren een vermindering van 50% in de pijnmeting na de behandeling. Er was ook een significante verbetering in het niveau van functioneren, volgens zowel kinderen als ouders, zodat pijn van minder invloed bleek op het uitoefenen van sport of de omgang met vrienden.

In twee aanverwante studies, onderzochten Lin en collega’s de voordelen van acupunctuur voor kinderen en adolescenten met chronische pijn en chronische vermoeidheid. 53 kinderen en adolescenten tussen 2 en 18 jaar met verschillende pijnlijke aandoeningen, rapporteerden significante verminderingen in de beoordeling van pijn door middel van de visuele analoge schaal (VAS) voor en na acupunctuur. De gemiddelde duur van dit pijnstillend effect was slechts 3,0 dagen. De werkwijze voor het bepalen van de lengte van het effect is onduidelijk in deze studie. De kortstondige voordelen van acupunctuur lijken te suggereren dat continue behandeling noodzakelijk is om verbetering op lange termijn te bewerkstelligen. 

Migraine

22 kinderen tussen 7 en 15 jaar met migraine werden gerandomiseerd om ofwel acupunctuur of placebo acupunctuur te ontvangen. In de acupunctuur groep werden naalden subdermaal ingebracht, in overeenstemming met de traditionele Chinese geneeskunde. De placebogroep kreeg naaldinserties binnen de hoornlaag, een meer oppervlakkige huidlaag. Wekelijkse vragenlijsten toonden een significante afname van migraine frequentie en intensiteit in de acupunctuurgroep terwijl dergelijke afname uitbleef in de placebogroep. De bevindingen uit dit onderzoek zijn echter van beperkte waarde vanwege het weglaten van de deelnemers die dagelijks medicatie gebruiken uit de studie terwijl dagelijks medicatiegebruik juist veel voorkomt in de praktijk.

Bedplassen

Recent voerden Bower en collega’s een beoordeling uit van het gebruik van acupunctuur voor bedplassen in de pediatrische literatuur. Van de 206 onderzochte artikelen voldeden slechts 11 studies aan de inclusiecriteria. Niettemin constateren zij dat de gecombineerde heterogene vormen van acupunctuur en acupunctuur gecombineerd met Chinese kruidengeneesmiddelen het aantal natte nachten in grotere mate beperken dan een enkelvoudige behandelingsvorm. Ze vonden geen significant verschil in effectiviteit tussen acupunctuur en antidiuretische medicatie.

Een andere studie onderzocht 25 kinderen tussen 7 en 16 jaar, die 20 sessies elektro-acupunctuur ondergingen, waarbij geselecteerde punten handmatig of  door pijnloze laagfrequente stroom werden gestimuleerd. Op 6 maanden follow-up werden vijf kinderen beschouwd als responders (≥90% reductie van het aantal natte nachten) en zes werden als gedeeltelijke responders beschouwd (≥50% reductie van het aantal natte nachten). Hoewel de meeste kinderen als niet-responders beschouwd werden, sprak 65% van de onderzochte groep van een toename in droge nachten zodanig dat het mediane aantal droge nachten steeg van 2,3 naar 5,0 droge nachten per week.

Een recente studie onderzocht 15 kinderen tussen 6 en 18 jaar oud met bedplassen. De deelnemers kregen vier wekelijkse sessies van acupunctuur in vooraf geselecteerde acupunctuurpunten. 20% van de kinderen werden genezen geacht (≥90% reductie van het aantal natte nachten), terwijl nog eens 20% klinische verbetering vertoonden (≥50% reductie van het aantal natte nachten) onmiddellijk na de interventie. Bovendien bleek bij 2 maanden follow up 47% van de onderzochte populatie genezen geacht.

physiotherapy with child

Constipatie

Slechts één studie onderzocht het gebruik van acupunctuur voor de behandeling van kinderen met constipatie. 27 kinderen tussen 3 en 13 jaar oud, die gedurende ten minste 6 maanden klachten van constipatie hadden werden aanvankelijk in de studie opgenomen, echter werden 10 kinderen uitgesloten vanwege slechte therapietrouw. 15 kinderen tussen 2 en 14 jaar oud, die geen gastrointestinale problemen ervoeren, vormden de controlegroep. Deelnemers kregen aanvankelijk vijf wekelijkse placebo acupunctuur sessies waarin naalden in de hoornlaag in de buurt van de werkelijke acupunctuurpunten werden ingebracht. Na de placebo-interventie ondergingen de deelnemers 10 wekelijkse acupunctuur sessies met reële stimulatie van bestaande acupunctuurpunten.Zowel jongens als meisjes vertoonden een vergelijkbare significante toename van het aantal ontlastingen per week na 10 weken van acupunctuur, echter hadden meisjes de neiging om sneller te verbeteren. Bij hen trad reeds verbetering op na de eerste 5 weken durende placebo acupunctuur. Deze studie lijkt beloftevol voor de rol van acupunctuur bij de behandeling van pediatrische constipatie, maar meer onderzoek is nodig om deze bevindingen te bestendigen.

Allergie

Er werd slechts één gerandomiseerd onderzoek uitgevoerd naar de effecten van acupunctuur bij pediatrische allergische rhinitis. Ng en collega’s voerde een dubbelblinde, gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde studie uit bij kinderen in een ziekenhuis in Hong Kong met persistente allergische rhinitis. 72 kinderen tussen 6 en 20 jaar oud werden ingedeeld in een groep acupunctuur of sham acupunctuur. Bij dit laatste worden naalden slechts 0,3 cm in de huid ingebracht en niet gemanipuleerd zoals in het werkelijke acupunctuur protocol. Behandelingen vonden tweewekelijks plaats gedurende 8 weken. Tijdens de 12 weken na de behandeling werd een significante vermindering van de dagelijkse rhinitis scores gerapporteerd in de acupunctuurgroep; ook had deze groep significant meer symptoomvrije dagen tijdens de behandeling en de follow-up periode. Uit visuele analoge scores bleek ook meer onmiddellijke verbetering in de acupunctuur groep. 

Postoperatief braken

Een vroege studie van Yentis en Bissonnette onderzocht 90 kinderen, leeftijd 1 tot16 jaar, die een electieve poliklinische operatie ondergingen wegens strabismus. De deelnemers werden willekeurig ingedeeld in één van drie groepen: droperidol, droperidol en 5 min handmatig gestimuleerde acupunctuur op acupunctuurpunt PC6 (pericard) of acupunctuur alleen. Acupunctuur werd toegediend na inductie van anesthesie, maar voorafgaand aan de operatie. Er bleken geen significante verschillen tussen de drie behandelgroepen in termen van totale incidentie van braken. Geconstateerd werd wel dat de kinderen in de droperidol-groep postoperatief significant meer rusteloos waren in vergelijking met kinderen in de acupunctuur alleen groep.

Schlager en medewerkers voerden diverse wijzigingen op eerdere methoden door teneinde de effectiviteit van acupunctuur voor postoperatief braken te testen in een soortgelijk populatie van kinderen na strabismus chirurgie. De behandelingsgroep (n = 25, gemiddelde leeftijd = 6,5) ontvingen Koreaanse acupressuur, waarbij een kleine schijf wordt gebruikt om druk uit te oefenen op het Koreaanse acupunctuurpunt K-K9 (ringvinger), 30 min vóór de inductie van de anesthesie. De schijf werd bevestigd gedurende ten minste 24 uur. Verder onderzoek bestond uit een controlegroep (n = 25, gemiddelde leeftijd = 6,5), die tape had, maar waaronder geen schijf geplaatst was om een acupunctuurpunt te stimuleren. De resultaten gaven een significant verschil in de incidentie van postoperatief braken tussen de twee studiegroepen, waarbij slechts 20% van de patiënten in de behandelingsgroep, tegenover 68% van de controlepatiënten braakte na de operatie. In tegenstelling tot de studie van Yentis en Bissonette werd de behandeling toegediend terwijl de kinderen nog wakker waren, voorafgaand aan narcose. Deze strategie stemt overeen met resultaten uit de volwassen literatuur welke suggereren dat anesthesie de effecten van acupunctuur kan dempen.

Postoperatief braken komt ook veelvuldig voor na tonsillectomie, het trekken van de keelamandelen. Bij een studie werden 90 kinderen tussen 4 en 12 jaar willekeurig toegewezen in volgende 3 groepen: enkelvoudige toediening van ondansetron na intubatie, transcutane elektrische stimulatie van de oppervlakte elektroden op verschillende acupunctuurpunten voorafgaand aan de inductie van anesthesie en opnieuw in de post-anesthesie care unit (PACU), of niet-behandelde controle groep (78). Er werden geen significante verschillen in braken vastgesteld tussen de ondansetron en acupunctuur groepen, echter hadden beide behandelingen een significant beter resultaat dan de controlegroep. De groep met ondansetron vertoonde daarbij significant meer klinische en symptomatische bijwerkingen dan de acupunctuur en controlegroep.

Een meer recente studie onderzocht het gebruik van electro-acupunctuur op PC6 bij 120 kinderen tussen 4 en 18 jaar na een tonsillectomie. De deelnemers werden willekeurig toegewezen aan een actieve acupunctuurgroep, sham acupunctuurgroep, waarbij naalden ingebracht werden in acupunctuurpunten welke niet geassocieerd zijn met behandeling tegen braken of een controlegroep zonder behandeling. Er was een significant lagere incidentie van postoperatieve misselijkheid en braken bij de actieve acupunctuurgroep (63%) in vergelijking met de controlegroep (93%). Geen significant verschil in klachten werd waargenomen tussen de sham acupunctuur groep (88%) en controlegroep (93%). 

Conclusie

In tegenstelling tot conventionele gedachte dat kinderen bang zijn voor naalden, suggereren studies dat de meeste kinderen acupunctuur goed verdragen en als een positieve ervaring bekijken. Echter, aangezien sommige kinderen toch terughoudend zijn ten aanzien van naalden, gebruiken acupuncturisten ook andere zachte of niet-invasieve behandelingen, zoals acupressuur, magneten, drukbolletjes, indirecte moxibutie en verwarmende zalf om de acupunctuurpunten te stimuleren zonder de huid te penetreren.

Acupunctuur is onderzocht als een potentiële behandeling voor een breed scala aan medische aandoeningen en toont relatieve belofte in de behandeling van pediatrische pijn,  migraine, bedplassen, constipatie, allergieën en postoperatief braken. Er zijn echter een aantal inconsistente bevindingen gemeld bij pediatrische populaties, wat suggereert dat er behoefte is aan extra, methodologisch verantwoord onderzoek alvorens acupunctuur te doen gelden als een empirisch geldige interventie voor pediatrische aandoeningen. Verscheidene methodologische barrières en conventionele angsten ten aanzien van toepassing van acupunctuur bij kinderen dragen bij aan het relatieve gebrek aan empirisch  gebaseerde studies. Niettemin blijven kinderen en hun families deze behandelvormen opzoeken, zelfs in aanwezigheid van beperkte resultaten ter staving van de effectiviteit.

Gezien de veelbelovende trends in het huidige onderzoek, de relatieve bereidheid van gezinnen om acupunctuur te ondergaan en het lage risico op schadelijke bijwerkingen, kan acupunctuur een brug vormen om traditionele westerse geneeskunde en de Traditionele Chinese Geneeskunde te harmoniseren als een middel ter bevordering van preventieve zorg en symptoommanagement bij kinderen.

Bron: Evidence-based Complementary and Alternative Medicine